haft_abbey.gif

door Ikey Vanroose, als creatieve opdracht voor leesportfolio 2014-2015 rond het boek 'Il noma del rosa van Umberto Eco

Titel verklaring

"In het begin was het Woord" lezen we in de eerste regels van "De naam van de roos" en inderdaad lijkt de symbolische waarde van namen één van de thema's van het boek te zijn. Dat uit zich enerzijds in de versregel waarmee de roman eindigt en waaraan hij zijn naam ontleent: Stat rosa pristina nomine, nomina nuda tenemus (De roos van voorheen bestaat als naam, naakte namen houden wij over).

Het namenthema uit zich ook in de vele allusies en woordspelletjes die we terugvinden in de namen van de personages. Hier zijn enkele verklaringen:

  • In de namen van William van Baskerville en Adson zit een verwijzing naar Sherlock Holmes, hoofdpersoon uit de "The Hound of the Baskervilles", tevens is zijn naam gebaseerd op William of Ockham, een middeleeuwse franciscaner monnik en logicus die onder andere naamgever is van Ockhams scheermes( filosofie voor: het 'scheermes', het symboliseert het wegscheren van alle onnodige ingewikkeldheden om bij de eenvoudigste verklaring uit te komen.).
  • De naam Adson doet denken aan die van Watson, maar ook aan Adso van Montier-en-Der, een monnik uit de tiende eeuw.
  • De naam van de blinde ziener Jorge van Burgos is een allusie op de Argentijnse auteur Jorge Luis Borges, die ook blind werd op latere leeftijd en een verhaal schreef over een labyrintische bibliotheek, De bibliotheek van Babel (La biblioteca de Babel), waarop Eco zich gebaseerd heeft
image023(4).jpgdoyleartetext02bskrv11a.jpg

+ personages

hoofdpersonages

  • William of Baskerville— protagonist, franciscaner
  • Adso of Melk— benedictijner novice, leerling en metgezel William. Verteller.

nevenpersonages

  • Abo of Fossanova— de abt
  • Severinus of Sankt Wendel— kruidenkenner die William helpt
  • Malachi of Hildesheim— bibliothecaris
  • Berengar of Arundel—assistant bibliothecaris
  • Adelmo of Otranto—illuminator, novice
  • Venantius of Salvemec— vertaler van manuscripts
  • Benno of Uppsala— student retoriek
  • Alinardo of Grottaferrata— oudste monnik
  • Jorge of Burgos— blinde bibliothecaris
  • Remigio of Varagine— verantwoordelijke bevoorading
  • Salvatore of Montferrat— monnik, vroeger een ketter
  • Nicholas of Morimondo— glazenblazer
  • Aymaro of Alessandria— monnik

Buitenstaanders

  • Ubertino of Casale—Franciscan verbannen monnik, vriend van William
  • Michael of Cesena— leider franciscaners
  • Bernard Gui— Inquisitor
  • Bertrand del Poggetto— Kardinaal en leider pauselijke delegatie
  • boerenmeisje van nabij gelegen dorp

+ korte inhoud
Dag 1
Op de eerste dag van hun verblijf bezoeken William en Adson het scriptorium onder de bibliotheek. De bibliotheek, die de trots is van het klooster en duizenden manuscripten bevat, is een labyrint waartoe slechts de bibliothecaris, Malachias van Hildesheim, toegang heeft. Vlak voordat William en Adson in het klooster aankwamen, werd de monnik Adelmo van Otranto dood aangetroffen. De omstandigheden van zijn dood zijn verdacht en William begint een onderzoek.

Dag 2
Op de tweede dag van hun verblijf wordt weer een lijk gevonden. In een vat, dat het bloed van een pas geslacht varken bevat, wordt het dode lichaam van Venantius van Salvemec ontdekt. Het betreft een monnik die in het scriptorium werkte en ook Grieks kende. William denkt dat het scriptorium een centrale rol speelt.

Dag 3
Op de derde dag verdwijnt een andere monnik, hulpbibliothecaris Berenger. Zijn lijk wordt tegen de avond gevonden. Hij lijkt verdronken, maar William komt erachter dat de monnik is vergiftigd. Intussen gaat Adson alleen op onderzoek uit in de bibliotheek. Hij wordt bang en vlucht. In de keukens van het klooster ontmoet hij een meisje uit het naburige dorp die hem ontmaagd.

Dag 4
Op de vierde dag komen de Franciscaanse monniken aan voor het congres. Bernard Gui, leider van de pauselijke delegatie, betrapt Salvatore samen met het meisje dat eerder Adson had verleid. Ze worden beschuldigd van hekserij en opgesloten.

Dag 5
Op de vijfde dag begint het congres. Terwijl ieders aandacht uitgaat naar de bijeenkomsten op het congres, vindt er een nieuwe moord plaats. De kruidenkenner Severinus wordt met ingeslagen schedel gevonden, nadat hij vlak daarvoor aan William verteld heeft over een door hem gevonden geheimzinnig manuscript. Bernardo Gui arresteert nu ook Remigio van Varagine. Laatstgenoemde bekent het verboregn houden van ketterse manuscripten in de bibliotheek. Ook de moorden in de abdij neemt hij onder dwang voor zijn rekening. Het congres is hiermee mislukt en tevreden neemt Bernardo Gui ook hem mee voor verdere berechting naar de paus in Avignon. De abt en William staan er machteloos bij te kijken.

Dag 6
Op de zesde dag valt de bibliothecaris Malachias dood neer tijdens een mis in de abdijkerk. Terwijl hij het lichaam onderzoekt, merkt William op dat drie vingertoppen van de rechterhand zwart gekleurd zijn. Eenzelfde fenomeen had hij eerder al vastgesteld bij de andere doden. Dit doet hem vermoeden dat de slachtoffers zijn vergiftigd. Terwijl hij naar andere aanwijzingen zoekt, ontdekt William door louter denkwerk de code tot een gesloten doorgang, die toegang geeft tot het uiterst geheime deel van de bibliotheek.

In de nacht tussen de zesde en de zevende dag dringen William en Adson voor het laatst door in de bibliotheek. Plots horen ze iemand die de verstikkingsdood sterft achter de wand. Ze ontdekken een geheime kamer en de zesde dode blijkt later de abt zelf te zijn.

Dag 7
Uiteindelijk slagen William en Adson erin het mysterie op te lossen. In het geheime centrum van het bibliotheek-labyrint wordt een manuscript bewaard. Het gaat om het tweede boek van de Poetica van Aristoteles, over de komedie, waarvan men dacht dat het verloren was gegaan. William noemde het tegenover Jorge eerder al "Het boek van de lach". Vervolgens ontspon zich een hooglopende discussie of Jezus Christus ooit gelachen had. Jorge van Burgos, de nu blinde ex-bibliothecaris, wilde niet dat de monniken op de hoogte waren van de inhoud van dit heidense manuscript en had het ingesmeerd met dodelijk vergif. De oude Jorge wordt zo ter plekke in het labyrint ontmaskerd maar probeert het manuscript uit de handen van William te redden door de in gif gedrenkte pagina’s van het boek op te eten en de bibliotheek in brand te steken. Zo gaat het manuscript van Aristoteles definitief verloren en wordt Jorge de zevende dode. De bibliotheek en vervolgens de volledige abdij branden tot de grond toe af. Zoals de abt op de eerste dag reeds had voorspeld blijkt de bibliotheek zichzelf te kunnen beschermen. Terwijl de bibliotheek afbrandt komen buiten het klooster Salvatore en Remigio van Varagine op een afschuwelijke manier aan hun einde doordat ze op de brandstapel levend worden verbrand. Het meisje waardoor Adson verleid werd stond wel vastgebonden op de brandstapel, maar ontloopt dit lot doordat men er in de consternatie over de inmiddels opgemerkte brand in de abdij niet aan toekomt haar te verbranden, en zij wordt door de toegestroomde dorpelingen bevrijd.

Het boek eindigt als William en Adson de brandende abdij achter zich laten. Na een tocht door Italië, nemen ze afscheid in München om elkaar nooit meer terug te zien.

+film
De film is gebaseerd op het boek, maar er zijn wat verschillen met de film van Jean-Jaques Annaud en de roman van Umberto Eco. De film, waarin Sean Connery, de hoofdrol heeft is meer een detectivefilm dan een historische film. Er is dus minder aandacht voor de geschiedkundige gebeurtenissen en filosofische uitbreidingen dan in het boek. Wat ook normaal is, je kan nu eenmaal niet personages in een film een dialoog van 30 pagina's over dat Christus al da niet arm was of niet laten doen zoals in het boek. Al bij al is het geen slechte film, maar hij is beperkter dan het boek.

tmb2_1282-nl-imgBron.jpg

umberto eco

Eco werd geboren in het Noord-Italiaanse gewest Piëmont. Hij ontving salesiaans onderwijs en studeerde middeleeuwse filosofie aan de Universiteit van Turijn. Hij was tot 2008 hoogleraar in de semiotiek aan de Universiteit van Bologna. Eco werd katholiek opgevoed, maar werd later atheïst.

Als schrijver brak Eco in 1980 internationaal door met zijn roman Il Nome della Rosa (De naam van de roos), een spannende detectiveroman die zich in 1327 afspeelt in het kader van de strijd tussen het centrale gezag van de Rooms-katholieke Kerk en verschillende stromingen daarin die met geweld werden onderdrukt. De historische achtergrond wordt uitgebreid geschetst. Het boek ademt het ritme van het kloosterleven en de hoofdstukken zijn ingedeeld naar de gebedstijden binnen de kloostermuren.

Een tweede roman, De slinger van Foucault, speelt zich af in het heden, maar gaat vooral over de erfenis van de tempeliers en de rozenkruisers, laat-middeleeuwse mystieke bewegingen.

Daarnaast zijn van Eco nog een aantal bundels met essays verschenen en drie romans: Het eiland van de vorige dag (1995), Baudolino (2001) en De mysterieuze vlam van koningin Loana (2005). In 2001 schreef hij samen met de gepensioneerde aartsbisschop van Milaan, Carlo Maria Martini het boek Geloven of niet geloven: een confrontatie.

Eco staat tevens te boek als een autoriteit op het gebied van James Bond.[1] Hij kreeg in 1998 de exclusieve Duitse onderscheiding "Pour le Mérite". Eco is tevens schrijver van kinderboeken.

In 2012 ontving hij de Vrede van Nijmegen Penning.

kort bibliografie van fictie:

  1. Il nome della rosa, De naam van de roos, 1980
  2. Il pendolo di Foucault, De slinger van Foucault, 1988
  3. L'isola del giorno prima, Het eiland van de vorige dag, 1994
  4. Baudolino, Baudolino, 2000
  5. La misteriosa fiamma della regina Loana, De mysterieuze vlam van koningin Loana, 2004
  6. Il cimitero di Praga, De begraafplaats van Praag, 2010
  7. Numero zero, Het nulnummer, 2015
umberto_eco1.jpg